Hillfarming in Wales 

In Wales “wonen” wij op het erf van Bob en Ann, echte hillfarmers. Ann heeft een baan in het onderwijs en doet de boerderij in de avonduren en Bob doet de boerderij. Het eerste wat opviel waren de border collies op het erf. Ik voelde mij onmiddelijk thuis. Vanaf het moment dat ons diepgewortelde interesse voor border collies en schapen bij Bob en Ann was doorgedrongen (en dat duurde nog geen halve dag) schakelden zij de familie en vrienden in om zoveel mogelijk border collie gerelateerde evenementen bij ons aan te dragen. Een kenmerk van Wales, behalve schapen, heel aardige behulpzame mensen!

De honden van Bob en Ann zitten aan een ketting op het erf. Daar liggen zij wanneer zij niet aan het werk zijn, en blaffen wanneer Bob op zijn quad thuis komt. Zielig? Ann legt uit dat hun eerdere honden los liepen. Wonend in een National Park heb je je echter aan wat regels te houden. Eén ervan is dat je je erf en je land moet openstellen voor wandelaars en andere belangstellenden van de natuur, die achter jouw huis de berg op willen. Een aardig principe, ware het niet dat veel wandelaars niet de moeite nemen om hekken goed achter zich dicht te doen. Ann is er zelfs een rechtszaak over begonnen, maar die heeft ze verloren. Het kostte ze twee van hun honden, die door de open hekken liepen en vervolgens op de weg werden doodgereden. Vandaar de kettingen; het lijkt de honden niet te storen.

Ze zijn met z’n drieën.Taff is van Ann, een heel aanhankelijke hond, die op het erf wat mank loopt maar daar bij de schapen helemaal geen last van heeft. Dan is er Bella van Bob. Zij is een veertien jaar oude Blue Merle en Bob vertelt dat hij kort geleden een wat verdrietige dag had, toen hij zich realiseerde dat Bella te oud werd voor het werk. Ze kan de schapen niet meer bijhouden. Bob heeft haar gepensioneerd en nu mag ze lekker naast hem in de auto mee en eet snoepjes uit hetzelfde zakje als Bob. Dan is er nog Ricety, een border met een trauma. Als pup heeft hij voor zijn neus zijn moeder en broertjes en zusjes zien doodschieten. Ricety is bang voor mensen en duldt alleen Bob om zich heen. Bob heeft dagen met de hond in de schuur geslapen om zijn vertrouwen te winnen. Met deze honden halen hij en Ann de schapen van de heuvel om ze te ontwormen of te merken.

’s Ochtends zien wij Bob op zijn quad stappen en met een paar zakken voer en één van de honden het veld intrekken, de heuvel op.  De schapen weten dat hij komt en staan in koor te blaten.  Met die taak achter de rug is het “time for tea”. En omdat Bob het wat veel moeite vindt om zijn laarzen in huis uit te trekken, klost hij onze tuin in en roept: “Where’s my bloody tea!?” Bob is meesterverteller, dus wij zetten onmiddellijk een engelse bak thee, met een nederlands chocolaadje. Hij neemt er twee; één voor Bella. Hij vraagt ons waarom wij niet in Wales komen wonen. Wales heeft volgens hem behoefte aan nieuwe mensen. En als wij toch in Nederland een weiland zoeken, kun je dat volgens hem beter in Wales doen.

Op een avond zien wij één van de lammetjes blatend door het veld van de buren lopen. Ik roep Ann. Lichtelijk geïrriteerd meldt ze dat Bob allang thuis had zullen zijn, en nu is het bijna donker en zij krijgt het lam niet te pakken. Ik bied aan te helpen en in het daaropvolgende half uur merk ik het verschil tussen plat land en de Welsh hills. Hijgend loop ik omhoog en omlaag, probeer mijn evenwicht te bewaren, wanneer ik denk het lam te kunnen pakken. Een sprintje trekken zit er niet echt in. Ann besluit een paplammetje los te laten, om zo te proberen het berglammetje te lokken. Op zich een logisch plan, tot het paplam door heeft hoe leuk het is om samen met collega lam heel hard weg te rennen. Inmiddels is het bijna donker en we besluiten het op te geven. We klimmen terug over het hek en natuurlijk, luid zingend komt daar Bob aan. “There’s Bob now, full of joy and cheer..” moppert Ann, en wij besluiten maar eens op huis aan te gaan. De volgende ochtend staat Bob voor onze deur; “Kom kijken,”roept hij, “ik heb dat lam in vijf minuten gevangen!” Hij rommelt wat met een los hekje en wat voer en staat even later met het lam onder zijn arm voor onze neus. Het kostte hem nog geen vier minuten.

Twee dagen later komt hij mij melden dat ik die avond met zijn hond de heuvel opga om schapen te halen en dat ik kan helpen met oormerken, ontwormen en castreren. Ik kan dat samen met Ann doen, zodat hij een beetje in het gras kan liggen toekijken! Kan ik dat wel, vraag ik mij af. In elk geval is het te leuk om nee op te zeggen. En zo klimmen wij ’s avonds de heuvel op. De honden schieten ons voorbij en weten exact wat de bedoeling is. En met een kudde blatende witte Welsh Mountain schapen dalen wij af naar de boerderij. Met een verrassend simpele efficiëncy worden de schapen vanuit de pen door poortjes en gangetjes geleid en na een paar uur zweten is de kudde klaar om terug de heuvel op te gaan. Maar hoe efficiënt ook, elk lammetje wordt door Ann toegesproken en krijgt een kus op zijn wollige kop. Als de schapen weer op hun heuvel terug zijn is het weer tijd voor thee. Ditmaal bij Bob en Ann waar wij door het keukenraam de zon over de bergen zien ondergaan.

Hillfarming in Wales? Even in mijn agenda kijken wanneer ik tijd heb om te emigreren.

Anna, 19 juni 2008